dinsdag 5 juli 2011

Bijna zonder woorden

Maandag 25 oktober 2010

Vorig jaar kon ik de boel goed verwoorden en schreef ik veel blogs. Maar dit jaar wil het niet zo vlotten. Waarom weet ik niet. Woorden en emoties te over, maar geen tijd en energie om ze te verwerken tot pennenvruchten (zou dat nu eigenlijk toetsenbordvruchten zijn geworden?). Maar goed, mensen lezen en horen natuurlijk genoeg om zich heen. En dus denk ik dat het tijd is om de stand van zaken maar weer eens zwart op wit te zetten.

We hebben de afgelopen maanden ontzettend veel mee gemaakt. Een zestal chemo’s die niet altijd 3 weken uiteen vielen omdat het bloed niet goed was, 2 ct scans, 9 controlebezoeken bij de oncoloog,  2 huisartsbezoeken thuis, zo’n 7 zakjes bloed bijgezet gekregen, een 50e trouwdag van Gene’s ouders met groot feest, een ziekenhuis opname i.v.m. infectie die heel lang leek te duren, maar eigenlijk maar een weekje was, een nieuwe chemokuur die niet aanslaat, een tandontsteking en dus een tandartsbezoekje, een antibioticakuur die nu gelukkig ook achter de rug is, een aantal familiebezoeken hier , heel veel gesprekken met z’n 2-en en met de kinderen, een heerlijke dag naar de dierentuin, heel veel mooie momenten met z’n allen, ritjes met Eugène in zijn geleende cabrio (rolstoel), een geweldig etentje thuis, veel tranen gelaten, veel neuzen gesnoten (want verkouden zijn we alle 4) en ook veel gelachen. En dan heb ik het eigenlijk alleen nog maar over Eugène.



Ik heb zelf, samen met Sil, nog afscheid genomen van mijn lieve oma. Eugène had dat al gedaan in april, toen hij dacht dat hij niet meer in De Krim terug zou komen. Ik vind zelf dat het een mooi afscheid was. Mijn kleine mannetje was erg stoer en een echte bikkel, maar had ook veel verdriet. Dat geeft ook niet, want als je verdrietig bent en moet huilen om iemand, betekent het dat je heel veel van die iemand houdt. Sil vertelde me aan het einde van de dag dat begraven helemaal niet leuk is en dat het zielig is dat opoe in dat gat achtergelaten werd. Hoe kon ik ook zeggen dat de begrafenis van zijn opoe mooi was?....... Tja, hij heeft gelijk. Begraven is niet leuk, maar het  was een schitterende dag en een mooie plechtigheid. Ik geloof dat oma heeft meegekeken en enorm trots was op haar grote uitgebreide gezin. Die bijna 70 man hadden er wel iets moois van gemaakt. Onze Matriarch is met eer begraven en in het graf herenigd haar man op hun 70e trouwdag met 70 witte rozen op haar kist. Liefdevoller en mooier kan ik het me niet voorstellen. Want afscheid nemen van iemand waar we van houden moet nu eenmaal een keer in het leven. Het doet pijn. Bij de een is het veel te vroeg, bij de andere is het op een mooie, hoge, gerespecteerde leeftijd.

Eugène gaat dus echt op en af. Hoge pieken, diepe dalen. En ondertussen klaagt hij nooit…….. Mijn zeldzame man, onze trots, een ontzettend harde vechter. Hij wil nog zo graag zo lang mogelijk bij ons blijven. Dat is fijn, maar het doet ook zo vreselijk veel pijn om hem steeds meer te zien aftakelen. Hij valt enorm af, eten is een ramp en je ziet gewoon dat het monster dat kanker heet van binnenuit de boel aan het kapot maken is. Het vreet zich drie slagen in de rondte en doet zich te goed aan mijn man! Om enorm kwaad van te worden. Maar dan slaat de machteloosheid weer toe, want ik kan er niets aan veranderen. Kon ik dat maar! Dan gaf ik mijn kinderen hun vader weer terug en mijn man zijn leven.

De oncoloog heeft zijn best gedaan. De vorige chemo’s hadden het gevecht al verloren, zagen we op de laatste scan en ook de nieuwe kuur heeft niet mogen baten. Dat gaf ook niet, want we hadden ons er al op voorbereid. Je weet dat het eens zover is. Daarnaast had Eugène ook al aangegeven dat hij het niet meer aankon en besloten had geen chemo’s meer te willen. We zijn allemaal moe en op…… Onze pappa heeft gewoon geen kracht meer om verder te strijden en wij zijn alle 3 moe van het meevechten en verzorgen. Het is niet erg. Het houdt een keer op. Het is niet makkelijk om iemand te zien vechten en tegelijkertijd te zien aftakelen. De wonden  zijn zichtbaar bij ons allemaal. We houden zoveel van hem, dat we willen dat het ophoudt. Gewoon nog genieten zover dat kan, van en met elkaar. Gewoon heel veel van elkaar houden, van die man die eens zo krachtig, zo vol levenslust was. Die man die eens onze pappa en mijn man was. Deze man lijkt er van buiten niet meer echt op. Alhoewel we hem ook een knappe vent vinden, maar hij is een schril contrast van wat ooit onze Eugène was. Maar we houden zo ontzettend veel van hem, dat het altijd zeer zal doen. Pijn van het missen of pijn van machteloosheid en het niet willen dat die rotkanker hem de baas wordt. We willen niet met z’n 3-tjes verder, maar het moet wel. En zoals het nu gaat, zo kunnen we ook niet met z’n 4-en verder. Dat is geen doen. Dat weten we, al 22 maanden lang……

De afgelopen zes maanden hebben we iedere dag afscheid genomen en eigenlijk doen we dat al sinds 10 december 2008. Maar nu is het intenser en definitiever. De vraag is hoe lang we dat nog moeten doen. Hoe vaak moeten we nog zeggen wat allemaal al gezegd is, hoe vaak moeten we nog zeggen dat het goed is, hoe vaak zeggen we elkaar nog dat we van elkaar houden voor altijd, hoe vaak mag ik hem nog vasthouden, hoe vaak kunnen we nog knuffelen met de kinderen erbij, hoeveel boekjes kan hij nog voorlezen voor de kinderen, hoe lang mag ik hem nog verzorgen…… Hoe lang houd ik het nog vol? Wanneer mag ik mijn grote liefde zeggen dat ik hem weer zie in het hiernamaals. Wanneer zeggen we dat het een mooie dag is voor de dood?.........

Geen opmerkingen:

Een reactie posten